Typen Planoverleg
Het planoverleg is voor plannen met betrekking tot rijksmonumenten die zich in verschillende stadia bevinden, van een idee tot een concreet ontwerp. Hieronder wordt uitgelegd hoe het planoverleg voor elk plan werkt
Oriënterend gesprek
Er is nog geen concreet plan, alleen een initiatief, bijvoorbeeld een herbestemming De gemeente kan in overleg treden met Rijksdienst en provincie in een vroeg stadium om te kijken waar kansen of beperkingen liggen bij een plan. Het doel is om gemeenteambtenaren te adviseren en te ondersteunen bij het verkennen van een mogelijk vergunningstraject.​
​
Kenmerken van een plan in deze fase:
-
Een dergelijke bespreking kan worden geïllustreerd met eenvoudige schetsen.
​
Na deze behandeling:​
-
Verdere planvorming en eerste uitwerking kunnen in gang worden gezet.
Eerste behandeling: richtinggevend
De eerste behandeling van een plan vindt plaats met RCE en provincie enerzijds, anderzijds met de gemeente en mogelijk de initiatiefnemer en/of de architect. Deze sessie is richtinggevend. Één lid van een omgevingscommissie mag hierbij aansluiten.
​
Kenmerken van een plan in deze fase:
-
Het plan bevindt zich tussen het schetsplan en het conceptontwerp.
-
Er moet een voorstel of een keuzerichting worden gepresenteerd.
-
Het plan moet al besproken zijn aan de intaketafel of omgevingstafel van de gemeente. De gemeente moet daardoor al een standpunt hebben ingenomen (bijvoorbeeld: past het plan binnen bestaand ruimtelijk beleid en ander beleid en ambities).
-
Het plan mag verder zijn gegaan dan de gemeentelijke adviescommissie, maar dat is niet vereist.​
​
Product:
-
Een richtinggevend advies, geen preadvies richting vergunningsaanvraag
​
Na deze behandeling:
-
De verdere procedure wordt toegelicht, inclusief welke aanvullende documenten nodig zijn, zoals bijvoorbeeld een (aanvullende) cultuur- of bouwhistorische waardestelling of verdere specificaties
-
Er kan worden voorgesteld om een locatiebezoek te organiseren bij grotere plannen.
-
​Bij uitgewerkte plannen kan een nieuwe (digitale) bijeenkomst worden ingepland.
Vervolg
Verdere behandeling vindt samen plaats met gemeente, eventueel één lid van de omgevingscommissie. Deze keren is zonder initiatiefnemer/architect.
​
Kenmerken van een plan in deze fase:
-
Fase tussen conceptontwerp en definitief ontwerp.
-
Eerste richtinggevende advies dient uitgewerkt te zijn.
-
Benodigde aanvullende documenten dienen te zijn aangeleverd.
-
Plannen zijn bij voorkeur al door de omgevingscommissie als voldoende beoordeeld.
​
Na deze bespreking
-
Bij positief advies wordt er wordt een preadvies afgegeven. Op basis hiervan kan het definitief ontwerp worden opgesteld en richting adviesaanvraag worden gegaan.