De inwerkingtreding van de Omgevingswet brengt met zich mee dat de gemeente dient te beschikken over een gemeentelijke omgevingscommissie. Dat kan een eigen gemeentelijke commissie zijn, maar er kan ook voor worden gekozen om een externe commissie in te schakelen. Met het oog op de nieuwe situatie hebben Stichting AMRKB en Omgevingadvies de krachten gebundeld, zodat de dienstverlening aan gemeenten kan worden verbeterd. De naam van de nieuwe organisatie is:
Stichting AMRK – Omgevingsadvies. Deze nieuwe organisatie biedt een kwalitatief totaalpakket aan, waar gemeenten desgewenst gebruik van kunnen maken.
​
​
Zorg voor deskundige advisering
​
Gemeenten kunnen dus zelf bepalen hoe zij ‘hun’ gemeentelijke omgevingscommissie inrichten. Maar helemaal vrijblijvend is het ook weer niet. Gemeenten dienen erop toe te zien dat zij over een adviescommissie beschikken, waarin voldoende deskundige disciplines zijn vertegenwoordigd. Om gemeenten daarin tegemoet te komen hebben Stichting AMRKB en Omgevingadvies een poule opgezet van deskundige monumentenadviseurs en deskundigen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit.
​​​
Deskundig en kosten besparen
​
Gemeenten kunnen een beroep op deze poule van deskundigen doen. Het is bovenal ook een kostenbesparende constructie. Door hun gedegen kennis en ervaring kunnen deze adviseurs namelijk effectief en efficiënt te werk gaan. Dus niet onnodig lang vergaderen, maar ‘to the point’. Daarmee kan tijd worden bespaard… en dus geld. Voor meer informatie:
n.groot@monumentenhuisbrabant.nl of d.ellens@omgevingadvies.nl
Uitgangspunten en overweging bij planbeoordeling
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft in 2019 een document gepubliceerd, waarin de uitgangspunten en overwegingen bij het beoordelen van wijzigingsplannen staan vermeld. Stichting Advisering Monumenten & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant werkt conform deze monumentenvisie.
Monumentenzorg is geen statisch gebeuren, waarbij volgens een vast stramien wordt gewerkt. Elk monument is namelijk uniek en heeft zijn eigen identiteit. Daarnaast is het van belang dat steeds goed wordt gekeken wat de wijzigingsplannen behelzen en waarop het plan is gebaseerd. Al naar gelang de opgave kan de nadruk verschillen. Zo kunnen bij maatregelen voor instandhouding van het monument vooral het behoud van waardevolle materialen en de restauratiekwaliteit belangrijk zijn, terwijl het bij herontwikkeling of uitbreiding gaat om het vinden van een goede balans tussen bestaand en nieuw. In de praktijk is meestal sprake van een combinatie van argumenten, omdat veel plannen voor monumenten verschillende soorten ingrepen bevatten.
​
Allereerst zijn er algemene uitgangspunten die betrekking hebben op de waardering van en de omgang met monumenten:
​
Monumenten veranderen
Monumenten zijn geen statische objecten. Net als andere gebouwen en structuren kunnen zij worden aangepast aan eisen van nieuw gebruik, voortkomend uit ontwikkelingen in de maatschappij. Zulke veranderingen zijn noodzakelijk. Het cultureel erfgoed kan nu eenmaal het beste in stand worden gehouden wanneer het een functie heeft in de samenleving en wordt gebruikt.
Monumentenvragen maatwerk
Elk monument heeft zijn eigen bouw- en gebruiksgeschiedenis, karakter, kwaliteit en betekenis. Elk monument is dus uniek en vertelt een eigen verhaal. Mogelijkheden voor verandering zijn afhankelijk van uiteenlopende factoren, zoals monumentale waarde, perspectief op behoud, wensen ten aanzien van het gebruik en visie op het monument.
Een visie is noodzakelijk
Bij restauratie is het uitgangspunt behoud van de bestaande toestand door middel van herstel: conserveren en repareren op basis van een technische noodzaak, zoveel mogelijk aansluiten op de historische bouwpraktijk en alleen doen wat nodig is voor instandhouding en een duurzaam toekomstig gebruik.
Voor andere ingrepen kan de historische gelaagdheid van het monument een vertrekpunt vormen voor nieuwe ontwikkelingen.
Kennis is de basis
Elke ingreep in een monumentaal gebouw of complex moet worden gebaseerd op kennis: kennis van het monument en zijn monumentale waarde, van zijn bouw- en gebruiksgeschiedenis, ruimtelijke context en betekenis, kort gezegd van het verhaal van het monument en de plek. Op grond daarvan kunnen de kernwaarden worden bepaald; de kenmerkende en essentiële waarden die bepalend zijn voor de mate waarin en de wijze waarop het monument kan worden aangepast.
Overwegingen bij werkzaamheden aan monumenten
Daarnaast zijn er overwegingen ten aanzien van specifieke vraagstukken en ingrepen aan monumenten. De uitgangspunten en overwegingen zijn inhoudelijk aan elkaar gerelateerd.
Reversibiliteit bij evident tijdelijk gebruik
Dit houdt in dat een toevoeging aan een monument ongedaan kan worden gemaakt zonder dat daarbij waardevol materiaal verloren gaat. Wanneer sprake is van aanpassingen ten behoeve van een evident tijdelijk gebruik, geniet een omkeerbare ingreep de voorkeur boven ‘vaste’ constructies. Het uitgangspunt is dat de ingrepen zich op passende wijze moeten verhouden tot de typologie en karakteristiek van het monument, waarbij een goede functionaliteit gewaarborgd is.
Verstandig en passend verduurzamen
Aanpassingen van monumenten ten behoeve van verduurzaming kunnen effectief zijn, wanneer hiervoor kennis van instandhouding, bouwfysica en installatietechniek wordt ingezet. Dit vereist maatwerk; het monument bepaalt in belangrijke mate wat vanuit het oogpunt van monumentenzorg wenselijk en technisch mogelijk is.
Reconstructie is niet ondenkbaar
Hieronder wordt verstaan het herbouwen van een verdwenen monument, of verdwenen delen van een monument. Herbouw met behoud van de monumentenstatus is alleen denkbaar wanneer het gaat om een uniek en voor de gemeenschap belangrijk monument dat is verwoest, bijvoorbeeld door een calamiteit.
Verplaatsing alleen als laatste redmiddel
Demontage en herbouw van een monument op een andere plek is niet wenselijk. Dit leidt veelal tot verlies van monumentale waarde omdat daarbij historisch materiaal, detaillering en patina verloren gaan. Bovendien kunnen monumenten niet worden los gezien van hun historische en ruimtelijke context; deze samenhang bepaalt mede hun monumentale waarde. Verplaatsing vaneen monument is hooguit te overwegen als laatste redmiddel voor behoud.
​
Ruimtelijke kwaliteit van de omgeving
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden, waarmee de Commissie Omgevingskwaliteit niet alleen monumentencommissie, maar ook de commissie voor Welstand opvolgt. De Commissie Omgevingskwaliteit is een onafhankelijke integrale commissie die het gemeentebestuur adviseert over aanvragen voor een Omgevingsvergunning en over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving: welstand, monumenten, stedenbouw, inrichting van de openbare ruimte en cultuurhistorie.
Werkwijze van de commissie
Voor nieuwbouw of verbouw adviseert de Commissie Omgevingskwaliteit in de geest van de Omgevingswet in een vroeg stadium in een proces van bouwontwikkelingen. Er zijn bouwinitiatieven waarbij verschillende disciplines nodig zijn voor de beoordeling van de Commissie Omgevingskwaliteit. De intentie van de Omgevingswet is om mee te denken met
bouwinitiatieven. Naast de beoordeling van de uiterlijke verschijningsvorm van bouwwerken zijn er ook ruimtelijke vraagstukken die aan de commissie worden voorgelegd. De Commissie Omgevingskwaliteit heeft dan ook meer een deelnemende en meedenkende rol dan een achteraf toetsende rol.
Commissie Omgevingskwaliteit
De commissieleden van de verschillende disciplines op het gebied van o.a. stedenbouw, architectuur, erfgoed en landschap, hebben een sociaal, cultureel en maatschappelijke taak bij de beoordeling van plannen en zijn in staat objectief naar van andere vakgenoten te kijken. De beoordeling van plannen is aan de hand van de Welstandsnota of beeldkwaliteit, waarbij afstemming tussen architectuur en stedenbouw plaats zal vinden voor een samenhangend totaalbeeld.
Een balans vinden tussen architectonische-, cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van de gebouwde omgeving en daarbij de juiste vertaalslag maken in een ontwerp is van essentieel belang. Daarbij kan het gaan om beschermd erfgoed maar ook om transformaties en herbestemmingsopgaven.​​